Outback Adventures!
Door: Tess
Blijf op de hoogte en volg Tessa
31 Augustus 2014 | Australië, Alice Springs
Daar zijn we weeeeer! Het is alweer even geleden sinds ik Melbourne heb achtergelaten en ik ben weer een waanzinnige ervaring rijker. Ik zal proberen het zo kort mogelijk te houden……. Inderdaad: proberen!
Goed: Zoals ik in mijn vorige blog schreef, heb ik van mijn baas een reis van Adelaide naar Alice Springs gekregen. In een week tijd hebben we zo’n 3000 kilometer afgelegd en heb ik een hele andere kant van Australië mogen ontdekken. Wat was het een avontuur!
De eerste dag van de trip was vooral veel rijden. Om zes uur ’s ochtends werden ik en de andere reizigers opgehaald en leerde we elkaar in de bus kennen. We hadden maar een kleine groep van 6 mensen: Natasha uit Engeland, Kanako uit Japan, Kimi uit Taiwan, Christine uit Duitsland en Kyle uit Ierland. Onze reisleider Luke was een rasechte Australiër en zijn enthousiasme en humor maakte deze tour echt een succes!
Vanuit Adelaide vertrokken we, en zijn we door de Clare Valley gereden om zo bij Flinders Ranges en Wilpena Pound te komen. Na een heerlijke BBQ lunch gingen we een wandeling van zo’n twee uur doen. Dat was even ploeteren (gezien ik al die maanden weinig tot niets aan sport heb gedaan en zo’n 8 kilo extra met me mee draag op dit moment…. OOPS), maar we hebben het gehaald! Boven aan de berg hadden we een geweldig uitkijkpunt over de Flinders Ranges. Na een korte fotosessie terug naar beneden gewandeld, waarna we ons kamp moesten gaan opzetten! Want jawel: Tess heeft gekampeerd! In een slaapzak op de grond, naast een kampvuur. Hoppa! Ik begon heel gemotiveerd, maar toen de zon onder ging had ik wel even een “wat doe ik mezelf aan?” momentje… Temperaturen van rond het vriespunt werden al gauw bereikt en de slaapzak raakte door mijn lichaamswarmte en de kou van de wind al gauw nattig, en was ’s ochtends zelfs bevroren….
De volgende ochtend om 5 uur wakker worden om te ontbijten en het kamp weer op te ruimen, waarna we haastig naar Stokes Hill reden om daar de zonsopgang te zien. Ik was een beetje chagrijnig (want zoals sommigen weten ben ik niet écht een ochtend mens), maar wat was het het waard!!! Een landschap van alleen maar groene bergen en hier en daar groepen wilde kangoeroes en wallaby’s. Door de zon kregen de bergen een soort gouden gloed en langzaam werd het landschap van donker groen, naar goud, naar een kleurrijk, levendig landschap. Dat was het vroege opstaan zéker waard! Na deze waanzinnige zonsopgang meteen terug in de bus voor onze trip naar Williams Creek, waar we ons kamp weer op gingen zetten. Met een korte stop in Blinman (een mijndorpje met zo’n 10 huizen) kwamen we aan in Lyndhurst. Het welkom bord van Lyndhurst is met de hand geschilderd en leest: “Welcome to Lyndhurst. Population: 30 people (most of the time)”. Tsja…
Ook is er, midden in de woestijn, een kunstgalerij van een lokale kunstenaar: Talc Alf. Sommige mensen noemen hem een genie, sommigen een artiest: Ik vind hem gewoon raar. Hij maakt de meest bijzondere kunstwerken, heeft stapels botten en schedels van dieren in zijn galerij liggen en heeft zelfs zijn eigen alfabet gemaakt (gebaseerd op het al bestaande alfabet, dat dan weer wel: De letter ‘A’ staat voor ‘man’, de letter ‘B’ staat voor ‘vrouw’ (want een B op zijn kant is net een paar borsten) en de letter ‘C’ staat voor ‘kind/baby’ (want de letter C linksom gedraaid is net een wiegje). En dus is het logisch: A + B = C … ja, toch?)
Van Lyndhurst gingen we door naar Marree. Marree is (wederom) een verlaten stadje met één supermarkt, een pompstationnetje en een spoorweg. Marree staat bekend om het handelen in kamelen in het verleden en dus is het enige kunstwerk dat er is, is een kameel gemaakt uit stukken oud hout. Na een korte lunch pauze in Marree, gingen we door naar Williams Creek: De eindbestemming van de dag! Wederom zetten we gauw ons kamp op en hadden we net genoeg tijd om de zonsondergang te zien. Omdat er in de omliggende 15km geen woonplaatsen zijn of straatverlichting is, werd het al gauw pikkedonker! Dat betekend een hele bijzondere sterrenhemel. Nog nooit heb ik zoveel sterren gezien, en ook de Melkweg was zichtbaar (net als mijn kampeer avontuur in Brisbane in januari!). Twee vallende sterren maakte de avond compleet en maakte dat ik met de sterrenhemel boven me heerlijk in slaap kon vallen (want hier vroor het gelukkig niet en was het heerlijk warm!).
Dag drie begon lekker rustig. Eindbestemming voor vandaag was Coober Pedy, en dat was maar 166km verderop. Dat werd dus veel ondernemen en weinig in de bus zitten: Yes! Na een uurtje of anderhalf in de bus waren we op plaats van bestemming en kon het volgende avontuur beginnen. Onze eerste activiteit van de dag: Een tour door de Umoona Opaal Mijn. Coober Pedy is de opaal hoofdstad van Australië en staat bekend om de meest mooie, bijzondere en dure opaal stukken. De tour was erg bijzonder en het gaf een goed beeld van hoe de mijnen eruit zagen, hoe ze gemaakt werden en hoe je het opaal kunt vinden. Na afloop mochten we zelf opzoek naar opaal! Een enorm veld met bergen steen lag achter de mijnen. We hadden een uurtje om wat te vinden en de enige tip die we kregen was: “Kijk uit naar blinkende stenen. Als je iets ziet flikkeren in de zon, heeft het waarschijnlijk waarde”. Maar goed…. Zie uit die honderden hopen steen en zand maar eens een stukje te vinden. Na een uur kwam Luke ons alweer ophalen en liepen we allemaal gefrustreerd naar de bus terug: NIKS! Tot dat ik iets zag blinken… Ik raapte het op en BINGOOOO. Een stukje opaal ter grootte van mijn pinknagel. Jaaa! Eindelijk! Luke bekeek het eens goed en stelde voor het mee te nemen naar de eigenaar van de beste opaal winkel in Coober Pedy. Volgens hem was dit kleine stukje een fossiel van 120.000.000 jaar oud!! Het schelpje is over de jaren gevuld geraakt met opaal en is zo’n $100-150 waard: HA! Niet slecht, al zeg ik het zelf!
Hierna gingen we door naar Jospehine’s Gallery and Kangaroo Orphanage. Het koppel dat deze galerij opende, steunt de lokale Aboriginal stammen en betaald hen dan ook het juiste bedrag voor wat hun werk en tijd waard is. Hier kocht ik daarom mijn eerste souvenir in Australië: Een Aboriginal schilderijtje voor thuis. En dat was niet alles: We mochten ook mee naar de kangoeroes!! Hij en zijn vrouw vangen gewonde of verlaten kangoeroes op en helpen ze genezen en/of opgroeien voor ze terug in het wild worden geplaatst. Hier ontmoetten we Mary-Belle: Een paar weken oude kangoeroe baby. Het schattigste dat ik OOIT heb gezien! Na een paar knuffels van de kangoeroes was alweer bijna tijd voor de volgende zonsondergang en dus maakte we onze weg naar de Breakaways. Onderweg stopte we bij de Dingo Fence (het langste hek ter wereld: 5300km) en zagen we de “Salt and Pepper Mountains”. De foto’s op mijn Facebook maken wel duidelijk waarom ze zo heten :-) En wederom was deze zonsondergang spectaculair. Het rode zand van de woestijn, met de witte en donker bruine bergen en de ondergaande zon zorgde voor de mooiste kleurencombinaties: Magisch!
Als avondeten ditmaal geen simpele BBQ of een rijstpotje, nee: Een heus diner bij John’s Pizza Bar. Het plaatsje mag dan ‘in the middle of nowhere’ zijn, maar deze pizzatent heeft vorig jaar de award voor beste pizza in Australië gewonnen! En dat was te proeven…. HOLY SHIT. De lekkerste pizza’s die ik ooit op heb…. Yam. Met een (over)volle buik gingen we terug naar ons kamp, waar ons nóg een leukere verrassing te wachten stond: Deze avond gingen niet buiten in een slaapzak slapen, maar in een opaalmijn!! Een van de opaalmijnen in de buurt is ooit omgebouwd tot een slaapzaal met stapelbedden en is nu beschikbaar voor reizigers. Heel erg tof!
Dag 4 was weer een vroegertje. De reis die we moesten maken van Coober Pedy naar Kata Tjuta National Park was zo’n 800km: Dat werd een lange dag…. Met een korte stop in Marla, kwamen we na een paar uur uit bij de grens. Een witgeverfde lijn op het asfalt gaf de grens tussen Zuid- en Noord-Australië aan. Voor een paar foto’s en een toiletstop bleven we hier even rondhangen, om vervolgens door te rijden naar Erldunda voor lunch. Meteen na de lunch door naar Curtin Springs voor de volgende toilet stop, om uiteindelijk rond 16:30 aan te komen in Yulara (een dorpje naast Kata Tjuta National Park en Uluru). Luke had het al eerder over champagne bij zonsondergang met Uluru en Kata Tjuta op de achtergrond, waar we allemaal erg om moesten lachen…. Maar hij maakte geen grapje! Bij aankomst in Yulara maakte we gauw ons kamp en riep Luke alweer dat we de bus in moesten. Met ietwat tegenzin terug de bus in, maar wat ben ik blij dat we allemaal mee gingen. Hij reed ons naar Uluru om daar de zonsondergang te zien. En raadt eens: Een fles champagne stond klaar! Dus onder het genot van een glaasje bubbels zagen we hoe deze waanzinnig mooie omgeving langzaam donker werd, om daarna weer te mogen genieten van een heldere sterrenhemel.
Dag 5 was alweer aangebroken, en vandaag gingen we weer een hike doen. Deze wandeling in Kata Tjuta National Park was hèèl erg bijzonder. De meest mooie uitzichten, uitkijkpunten en kleuren steen kwamen weer voorbij. Ook het weer was enorm lekker: Niet te warm, niet te koud, een heerlijk briesje en een strak blauwe lucht (die zorgde voor een super mooi contrast met de rode bergen!). Ik denk dat ik deze dag wel 400 foto’s heb gemaakt… Zo mooi! En wat was het heerlijk om de hele dag te wandelen en bezig te zijn! Na ook deze klim/wandeling overleefd te hebben, gingen we langs het Aborignal Cultural Center: Een museum/cultureel centrum liet alles zien over de geschiedenis van de Aboriginal stam die er woonde, waarin ze geloofde, hoe de stammen ongebouwd waren en wat het toerisme met de mensen en hun land doet: Again, very interesting! Hier leerde we ook Valerie kennen: Deze Aboriginal vrouw is kunstenares en schilderde ter plekken de meest mooie doeken, schilderijen en boekenleggers (die je later in de winkel van het centrum kunt kopen). Ook hier krijgen de schilders/kunstenaars betaald wat ze verdienen. Na een uur of twee in het culturele centrum, was het alweer bijna zonsondergang. Luke zette ons af op een bergje met uitzicht op Uluru, op zo’n 5 minuten loopafstand van ons kamp. Hij zelf “moest iets regelen” en bleef dus niet bij ons, maar zou ons over een uur weer op het kamp terug zien… Oke! Na een uur durende fotosessie liepen we met zijn zessen terug naar het kamp, waar Luke een heel feestmaal had klaargemaakt!! Aardappelgratin, couscous, kangoeroe filet, champignons in knoflookboter en een heerlijke verse salade met rode bietjes, geitenkaas en mais: YUMMY. Na dit heeeerlijke maal, lekker met z’n allen bij het kampvuur, waarna we weer heerlijk onder de sterrenhemel in slaap mochten vallen (we hadden hier overigens tenten/hutjes beschikbaar, in geval van regen: Wat een luxe!)
Dag 6 was (verrassing!) weer een vroegertje, maar met een wel hele toffe reden: We gingen de zonsopgang zien tijdens wandeling rondom de basis van Uluru! Dit gesteente is zo’n 10 kilometer in omvang, dus het werd een flinke wandeling. Maar: WAUW WAUW WAUW. Heel de omgeving is zo magisch en bijna spiritueel. Uluru is zo’n belangrijke plek voor de Aboriginals: Het is hun thuis, en de berg heeft een enorme waarde voor die mensen. Er zijn dan ook veel gedeeltes van de berg die je niet mag fotograferen. In het geloof van de Aboriginals uit de buurt van Uluru, is foto’s nemen iets of iemand onsterfelijk maakt: En dat kan niet. Aboriginals mogen dan ook niet op de foto, want zodra iemand is overleden mag diegene niet meer genoemd of gezien worden (zelfs niet op een foto). Doe je dit wel, dan laat je de geest niet los. Gelukkig waren er een paar gedeeltes die je wèl mocht fotograferen, en die foto’s zijn dan ook te bewonderen op mijn Facebook pagina.
Na deze 3 uur durende wandeling rondom de berg, kregen we nog een speciale rondleiding: Een wandeling van een uur rondom Uluru, maar nu onder leiding van een Aboriginal en een vertaler. Hij vertelde ons waar de vrouwen het eten klaarmaakten, waar de mannen vroeger op jacht gingen, liet ons wat wandtekening zien (en legde uit wat ze betekende) en liet ons zien hoe en waar ze aan water kwamen. Hèèl interessant maar vooral ingrijpend. De Australische overheid is ongelofelijk onbeschoft tegen de Aboriginals geweest en hebben een paar jaar geleden zonder pardon de berg “geclaimd” onder het mom van toerisme en stuurde alle stammen weg. Binnen de kortste keren klommen duizenden toeristen de berg en verpestte de HELE omgeving: Afval werd achtergelaten op de top van de berg, lege flesjes hier en daar en vanaf een afstandje zie je zelfs een witte lijn lopen van al die voeten die over het steen zijn geschoven… Hoe onze Aboriginal leider dit vertelde, zo emotioneel, maakte me boos dat andere mensen de berg beklimmen. Het is hun thuis, hun geloof… En wij “toeristen” komen zomaar hun land binnen en beklimmen hun heiligdom! Schandalig, als je het mij vraagt… Wij beklimmen toch ook geen kerken of moskeeën als we ergens op vakantie gaan?? Enfin, ik kan hier nog uren over door gaan: Maar wat was het mooi, ingrijpend en interessant! En dat zo op de vroege ochtend :-)
Na al deze indrukken was het weer tijd om het kamp op te ruimen, in te pakken en in de bus te springen: Op naar King’s Canyon! We stopte onderweg nog om Mt. Connor (Uluru’s grote broer) van een afstandje te bewonderen en stopte bij Lake Amadeus (Salt Lake). Bij aankomst van het King’s Canyon park, hadden we een uurtje vrije tijd om even bij te komen, de benen te strekken en te relaxen. Zo’n 10 minuten lopen van ons kamp, was er een zwembad: En daar maakte we even dankbaar gebruik van :-) Na weer een heerlijk maaltje van Luke, maakte we het kampvuur en mochten we èèn voor èèn proberen op Luke’s didgeredoo te spelen! Voor sommigen wat moeilijker dan de ander, maar het was in ieder geval vermakelijk!
En toen was het alweer tijd voor de laatste dag van deze reis… Wederom weer vroeg onze slaapzak uit voor een heerlijke ochtend wandeling: En wat voor een!! Deze 6km lange wandeling door Watarrna National Park liet ons King’s Canyon van haar beste kant zien: WAT IS HET DAAR MOOI! Het eerste gedeelte was (excuseer mijn taalgebruik) gewoonweg KUT. De bijnaam ‘heart attack hill’ deed eer aan de naam… JE-ZUS. Maar goed – we hebben het verleefd! Natuurlijk was de hele wandeling spectaculair, maar een van de highlights was toch wel ‘the Garden of Eden’. Het was een flinke klim naar beneden, tussen al het dorre en droge steen, ineens een jungle: Waterstromen, palmbomen en kleurrijke bloemen.! Een prachtige botanische tuin, tussen twee enorme rotsen. Wauw!
Na een twee uurtjes klimmen en ploeteren waren we terug bij de bus. Tijd om naar de eindbestemming van onze reis te gaan: Alice Springs. Met een lunch pauze in Mt. Ebenezer en een toilet stop bij een kamelen boerderij in de middle of nowhere, kwamen we rond 17:00 aan in Alice Springs. Onze reisleider had een feestje in de lokale pub (Annie’s Backpackers), en nodigde ons uit! Een groot feest! Dus met wat heerlijke muziek en de nodige drankjes sloten we met zijn alle deze waanzinnige reis af!
Het was een avontuur, maar zeker een van de meest bijzondere dingen die ik ooit heb mogen doen. De mensen in mijn groep, onze reisleider en de magie van de Outback waren de perfecte ingrediënten voor deze trip. Ondertussen zijn we veilig en wel in Sydney aangekomen: Wat ik hier allemaal uitgespookt heb zal ik in een volgende blog maar beschrijven :-)
Dat was het dan maar weer… Het is nu echt aftellen geblazen. Nog maar 36 dagen voordat ik weer op Nederlandse bodem sta. Ik zie er tegen op, maar kijk er tegelijkertijd ook erg naar uit. Heimwee begint nu langzaam toe te slaan, maar de komende weken ben ik tè druk bezig om me er echt mee bezig te kunnen houden. Jullie zijn in ieder geval weer op de hoogte. En ik kan voor het eerst zeggen:
Tot snel!!
xo Tess
Reageer op dit reisverslag
Je kunt nu ook Smileys gebruiken. Via de toolbar, toetsenbord of door eerst : te typen en dan een woord bijvoorbeeld :smiley